Met de voorstelling Transposition heeft het aankomende Amsterdam Fringe Festival een bijzondere voorstelling in huis. Tijdens een perspreview op het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord, in een overweldigend lege loods, getuigt deze voorstelling van het lot van vluchtelingen, nader bepaald: dat van een Russisch-Oekraïens muzikantenechtpaar dat in 2022 met hun twee kinderen Rusland moest ontvluchten. Naar Amsterdam.

In de regie van Vladlena Sandu is Transposition een rijke voorstelling vol beeld, muziek, dans en soms surreële zeggingskracht. Links en rechts van het podium staan de muzikanten opgesteld wier echte verhaal we te horen krijgen. Maria Nemtsova speelt piano en echtgenoot Vitaly Vatulya saxofoons; ze noemen zich VitaDuo, een mooie naam, er zit leven in het voorvoegsel.

Componist Jacob ter Veldhuis (JacobTV) maakte werkelijk een wondermooie soundtrack voor beide instrumenten; melancholisch, rauw soms, nu eens een lamento, dan van onheilspellende toonzetting. Versterkt door luidsprekers klinkt het Engelstalige libretto waarin een mannen- en een vrouwenstem in krachtige ritmiek met vele herhalingen die in dramatiek telkens toenemen het verhaal van de vlucht uit Oekraïne.

Aanvankelijk klinken er talloze stemmen en geluiden door elkaar die de paniek van een gedwongen mobilisatie weergeven. ‘Tomorrow they will close the borders‘, horen we, en de mensen moeten snel de grens over, liefst vannacht nog, ‘uiterlijk morgenochtend’. In de soundtrack van stemmen horen we ook nieuwsberichten van radio en tv, officiële aankondigingen, flarden van dialogen, ja, een koor van gejaagde stemmen waarvan angst de ondertoon is.

De migratie zelf wordt verbeeld door twee dansers, Cristel de Frankrijker en Luigi Nardone, die op een choreografie van Konstantin Koval een dans uitvoeren met zoiets simpels en povers als een winkelwagentje. Maar wat een inventiviteit schuilt in dit zo alledaagse rekwisiet. Het dansduo verschuilt zich erin om bescherming te zoeken. Ze slepen hun gehaast bij elkaar geraapte spullen erin mee. Ze slapen in het wagentje, dat hun fragiele mobiliteit symboliseert. Aanvankelijk dragen ze kostuums (ontwerp Anna Chistova) die doen denken aan een soort rugbyspelers, breedgeschouderd en met ieder een helm op. Ze hebben stoelpoten aan hun lichaam vastgebonden, zodat ze overal kunnen gaan zitten en uitrusten.

Als ze Amsterdam naderen krijgt de tekst harde contouren. Ze zien overal water en het huis dat ze kunnen gaan betrekken is van onder tot boven beschimmeld. Er groeit mold op de vloer en tegen het plafond, en dat terwijl hun zoon allergisch is voor schimmel. Geleidelijk leggen de vluchtelingen hun opzichtige kostumering af, ze wikkelen elkaar in plastic en zo staan ze, als een standbeeld en half ontbloot, roerloos en elkaar vasthoudend. De toeschouwer kan hierin veel eigen associaties volgen. Het plastic glinstert als water, het vele bedreigende water van de stad. Muziek biedt het echtpaar troost en houvast, in een wereld van pijn en gedwongen migratie.

Transposition verbeeldt de verwarring en de onzekerheid van een leven op de vlucht, van een bestaan dat vanaf dat moment wordt verscheurd tussen vroeger en nu, tussen Oekraïne en Nederland. De dans van De Frankrijker en Nardone is herkenbaar in het houvast dat ze bij elkaar zoeken; ze omarmen elkaar, staan schouder aan schouder. Op de achterwand verschijnen projecties van kleuren en beelden, als abstracte kunstwerken. De beelden tuimelen over elkaar heen, alsof je vanuit een treinraam naar buiten kijkt. Ondertussen staat het dansduo roerloos, samengeklemd in het plastic, onaantastbaar en kwetsbaar tegelijk.